zaterdag 31 mei 2014

Van het pad(je)

Twee keer ben ik tot nu toe van de gebruikelijke weg afgeweken. De eerste keer was in de etappe naar Burgos. Zoals altijd zie ik pelgrims voor mij uitlopen. Kennelijk ben ik erg in gedachten geweest want als ik mij weer bewust word van de omgeving, is er niemand meer te zien. Alsof ze in het niets zijn opgelost. Teruggaan daar hou ik niet van, dus loop ik verder. Toch nog een gele pijl naar links. Een goed begaanbaar pad voor de landbouw. Het lijkt naar het volgende dorp te gaan. 50 Meter beneden mij zie ik pelgrims op de slingerende asfaltweg. Misschien ben ik er nog wel eerder dan zij? Nee hè! Het pad eindigt abrupt in een korenveld! Teruggaan is géén optie. Dan maar door het korenveld met excuses aan de boer. Het water van de natte stengels sijpelt mijn schoenen in. Met kletsnatte voeten bereik ik een klein weggetje dat naar beneden zigzagt. Even later ben ik weer op het rechte pad. 

Gisteren was de tweede keer dat ik van de meest gebruikelijke route ben afgeweken. De dag daarvoor had ik 38 km gelopen en dat eiste zijn tol. Ik kwam maar moeizaam vooruit. Een uitgebreide eet- en rustpauze in Sahagún bracht nauwelijks verbetering. Ik sleepte mij voort naar het volgende stadje. Laat ik hier maar stoppen was het idee. Bij de herberg zitten al wat mensen te wachten om naar binnen te kunnen, maar ze moeten nog een uur wachten. Ik besluit toch maar door te lopen naar het volgende dorp 8 km verder. Het is zeer de vraag of daar een slaapplaats is, de gids is daar erg onduidelijk over. Ik heb al fantasieën over slapen onder de blote hemel. 


Een stenige landweg voert mij door een landschap met arme velden en struikgewas. Als het landschap weer open wordt, meen ik in de verte een toren te zien. Maar zodra de weg naar beneden gaat, zijn er alleen nog maar golvende graanvelden. Uiteindelijk loop ik Calzadilla de los Hermanillos binnen. En .... er is een pelgrimsherberg. Er zijn nog maar drie andere gasten. De hospitalero, een vrijwilliger die gedurende een afgesproken tijd de herberg beheert, nodigt mij uit om mee te eten, hij maakt macaroni en salade. 

Als het eten wordt opgediend is het aantal pelgrims tot 8 gegroeid. Eén vrouw uit Zuid-Afrika, drie uit Australië, één uit Amerika, twee uit Zuid-Korea en ik. Om 21.00 uur ligt iedereen al in bed. Morgen wacht een etappe van 18 km waarbij je niets tegenkomt. Géén mensen, géén dorpje, géén koffie, alleen een landweg met aan beide zijden omgeploegde bruine aarde, graanvelden en braakliggende gronden.

dinsdag 27 mei 2014

Burgos

Burgos is een prachtige stad. Na een ochtend met regen, begint bij nadering van de stad de zon te schijnen. Ga ik door het industriegebied of kies ik het landelijke alternatief? Ik ga voor de kaarsrechte schoon geplaveide weg door  het industriegebied. Ik heb even genoeg van de modderige landweggetjes waarbij de oranje klei in klonters onder je schoenen blijft kleven.


De kathedraal is een ongelooflijk bouwwerk. Hij ziet er uit alsof hij onlangs  is opgeleverd.


Door de eeuwen heen zijn er steeds weer kapellen toegevoegd. De eenvoudige kapel gewijd aan Sint Nicolaas (1230) was een van de eersten.




De later toegevoegde kapellen vaak ingericht met prachtig beeldhouwwerk, kostbare schilderijen en barokke altaren bevatten zoveel details dat je in korte tijd overvoerd wordt met indrukken.




Het CAB centrum voor moderne kunst is totaal iets anders. Ik hou van dit soort tegenstellingen.






zondag 25 mei 2014

Beproeving

Een blaar op mijn hiel ter grootte van een kippenei maakt mij het leven zuur. Gisteravond heb ik de pleisters en tape verwijderd. Daarbij scheurde de blaar open. In de apotheek een soort 'tweede huid' gehaald, die de gehele wond bedekt. Het geheel vervolgens met tape vastgezet. Hoe zal dat vandaag gaan?  


6.30 uur
Ik vertrek want er is pas om 7 uur ontbijt. Het is koud en het waait. Een regenboog tegen een blauwe lucht voorspelt regen. De pot met goud is dit keer te vinden op het kerkhof. Na Tosantes opnieuw een regenboog, zij het met wat fellere kleuren. Alsof afgesproken trekt iedereen een poncho aan. Volgens mij nog niet nodig en loop als enige door. Ook in het volgende dorp géén ontbijt. In Espinosa del Camino koffie met een croissant. 

Dan begint het serieus te waaien, 6 met uitschieters naar 7 Beaufort zou ik als zeiler zeggen. Ik word af en zo maar een meter op zij gezet. Er is géén beschutting op dit traject. Ik draag een trui, een jas en ik heb mijn handen in sokken gestoken om ze warm te houden.
Nu gaat het echt regenen. Ik worstel om de regencape over de rugzak te krijgen.


In Villafranca Montes de Oca een broodje want hierna kom ik de komende twee uur niets meer tegen. Jan die sinds een jaar of drie in Spanje woont, komt binnen en bestelt in steenkolen Engels een koffie. "Jan, nu woon je al een paar jaar in Spanje. Kun je nog geen kop koffie in het Spaans bestellen!?" Hij antwoordt: "Nee, ik heb totaal geen taalgevoel. Ik ben al zo blij dat ik Engels heb geleerd." 


Het pad gaat omhoog tot 1162 m. Met regencapes over hun rugzakken lijken de pelgrims op bultenaars die met wapperende gewaden, soms gewapend met een pelgrimsstaf, de strijd tegen de elementen voeren. Het regent nu continu. De enige troost is dat het traject door een bos voert waardoor de wind wordt gebroken. De regen tikt op mijn capuchon. Ik bevind mij in een tent 'met poten'. Ik moet denken aan een Cartoon van Charles M. Schultz. de schepper van 'Peanuts'. Snoopy, de hond, steekt zijn kop buiten zijn hondenhok en ziet dat het regent. Hij trekt zich terug in zijn hok waarin hij amper kan draaien terwijl hij zegt: "Er is niks beters dan een muziekje opzetten en een potje biljarten". Boven zijn hok verschijnen muzieknoten en hoor je het geklik van carambolerende ballen.


Na de top is er een monument voor de in 1936 gefusilleerde republikeinen. Er staat een tekst op die luidt: "Niet hun dood was zinloos, maar hun fusillering. Dat zij in vrede mogen rusten." 


In Agès is het vlammetje op. Ik moet wat eten. Pas daarna boek ik een bed in de albergo. Sven uit Düsseldorf slaapt in het bed boven mij. De jonge Poolse vrouwen Barbara en Rosa zijn er ook al. 

donderdag 22 mei 2014

Eén dag op de Camino

Vandaag maandag 20 mei is rond 6 uur iedereen wakker. Tot nu toe ben ik iedere dag rond deze tijd opgestaan. Alles ligt klaar, even mijn gezicht wassen, tandenpoetsen en 10 minuten later loop ik buiten. Het heeft vannacht geregend, alle stof is neergedaald. De lucht is fris en helder. Er was géén ontbijt in de herberg, dat is geen probleem. Ik begin gewoon te lopen en als er ergens een bar open is, kan ik wat eten met een kop koffie. Het duurt altijd even voor ik het juiste ritme te pakken heb en mijn tenen hun plekje in de schoen weer hebben gevonden. Mijn voeten blijven een  voortdurende zorg.




In Ventosa, 7 km verder neem ik eieren met spek als ontbijt. Na de Alto de San Antón loop ik tijdje samen met Sergio en Sergio. Twee Italianen uit San Remo, die al sinds de lagere school bevriend zijn. Het zijn leeftijdgenoten en wij spreken over werk, scheiding, kinderen en de verschillen tussen onze jeugd en de huidige tijd. In Azofra drinken zij een glas bier en ik een kop koffie met croissant. Daarna neem ik afscheid om weer mijn eigen ritme op te pakken. De twee Poolse vrouwen lopen voor mij, zij lopen vrijwel net zo snel als ik. Ze heten Barbara en Rosa maar ze spreken vrijwel alleen maar Pools. Twee Duitse mannen hebben maar drie weken. Om toch op tijd in Santiago te komen nemen ze vaak de bus. 

 
Cirueña heeft een luxe buitenwijk met grote huizen en een golfbaan. Echter alle huizen staan leeg! Het is een spookwijk. De Albergo Virgen di Guadalupe is een eenvoudige herberg met twee stapelbedden per kamer. Mijn kamergenoten zijn Sandra (Engeland), Sara (Duitsland) en Hiduka (Japan). 

Ik voer het normale aankomstritueel uit: douchen, kleding wassen, nog wat eten, dagboek bijhouden, mail checken en dit keer facetimen met Anneke. Daarna in een ongelofelijk vieze onopgeruimde bar en een zeer onvriendelijke barman, er is niets anders in dit dorp, een glas bier drinken. 
 

Om 7 uur kunnen wij aan tafel. Wij zitten met twaalf pelgrims aan tafel in de kleine keuken. Aan de muur hangt een kleine afbeelding van Het Laatste Avondmaal van Leonardo da Vinci. De rondbuikige hospitalero schept uit een enorme snelkookpan een stevige linzenschotel met groenten, in houten nappen. Het is een uniek samenzijn met mensen uit 4 werelddelen, alleen Afrika ontbreekt. 


Na de maaltijd heb ik nog een leuk gesprek met Johan, die op zijn twintigste naar Australië trok en daar is gebleven. Nu loopt hij met zijn tweede vrouw en een bevriend echtpaar de Camino. Om half tien is het bedtijd. Wij spreken af de volgende morgen om zes uur op te staan.

dinsdag 20 mei 2014

Dag vier

Wat iedereen al zag aankomen gebeurt ook. Ik loop te snel, ik zou moeten vertragen.
Maar als ik loop, dan kom ik al snel in een natuurlijk loopritme. Maar vandaag heb ik echt ver en lang gelopen. Om 6.10 uur opgestaan. Het ontbijt bestond uit een groot glas jus d'orange, een café americano en een voorverpakt cup cake-je.
De waterzak vullen bij het tappunt tegenover de kerk. Op weg naar de hoogte van El Perdon, de kam van een heuvelrug waarop een serie windmolens staan. De maan staat nog aan de hemel. Vogelgezang begeleidt mij op het slingerende pad omhoog. Regelmatig hoor ik de nachtegaal, zie ik puttertjes en één keer hoor ik de fluweelzachte roep van een hop. Het is fris en hoe hoger ik kom hoe harder het waait. Die windmolens staan niet voor niks op de kam. 


Op het hoogste punt staan silhouetten van plaatstaal die een bonte stoet pelgrims verbeeldt. Fietsers staan daar niet bij, terecht. Wel lopers, mensen met een ezel en een pelgrim te paard. Je kunt een Compostela (officiële oorkonde als bewijs dat je aan de eisen hebt voldaan) krijgen als je minimaal 100 km te voet hebt afgelegd. Voor fietsers geldt 200 km en te paard is het minimum 300 km. Paarden heb ik tot nu toe niet gezien, maar fietsers komen regelmatig voorbij zoeven. Soms loop ik ze voorbij als de helling zo steil is, dat zelfs de kleinste versnelling géén soelaas biedt. Fietsers en lopers matchen totaal niet. Hoewel ik zelf ook met veel plezier fietsvakanties heb gedaan, zou ik nooit de Camino gaan fietsen, dat kan echt niet.





In Puente de la Reina is het tijd voor koffie met een volkoren croissant. Het is zaterdag en een groepje muzikanten trekt door de straat met vrolijke muziek. De lange broek verwisselen voor een korte, pet op en ook een zonnebril. Het is heet vandaag, de wind maakt het dragelijk.


Op weg maar Estella loop ik een tijdje op met een Oostenrijkse jongen. Hij heeft zich niet voorbereid en loopt op de oude schoenen van zijn vader. Hij kan alleen maar aan zijn voeten denken want hij heeft overal blaren. Bij de Rio Salado (zoute rivier) wil hij zijn voeten een bad gunnen. Ik loop alleen verder. De laatste kilometers naar Estella lijken eindeloos lang te duren. Maar eindelijk bereik ik de Albergo Municipal. Ik krijg een bovenbed toegewezen op een grote, zeer rommelige slaapzaal. Het dagelijkse ritueel is; douchen, kleren wassen en dan een glaasje bier drinken. De oude stad is mooi maar uitgestorven. 
Na een middagslaapje, kun je nagaan hoe moe ik was ( 33 km gelopen), een bord spaghetti en een glas rode wijn. Eddie nodigt mij uit om aan te schuiven. Hij is mogelijk nog vermoeider dan ik. Geen wonder hij is uit Namen (België) komen lopen. Ook Bodil (Denemarken) en Christina (Australië) die in het stapelbed naast mij slapen eten in deze cafetaria. Het is zaterdagavond, het is druk in de zaak en op straat. Een orkestje speelt Beatle-nummers, zij kennen er twee, 'Michelle'  en 'Yellow submarine'. In historische kledij gestoken mannen dragen musketten en marcheren door de straat. Het treintje dat regelmatig langs komt, is vooral voor kinderen een attractie. 

zaterdag 17 mei 2014

Beweegredenen

Vanaf binnenkomst in de pelgrimsherberg maak je deel uit van een internationaal gezelschap met één gemeenschappelijk doel, op weg gaan naar Santiago. Iedereen is hier gelijk, status noch achtergrond zijn van belang. Men is oprecht geïnteresseerd in wie je bent (een voornaam volstaat), waar je vandaan komt (land, plaats) en als je iets langer contact hebt, waarom ben je onderweg. Het antwoord op die vraag is zo verschillend en daardoor vaak ook zo boeiend. De namen van mensen zijn gefingeerde namen, de verhalen zijn echt!



Charles is diep gelovig en heeft volledig vertrouwen in Jezus. Hij verwacht dat er een wonder zal gebeuren. Zijn dochter van in de twintig is vorig jaar omgekomen bij het vliegtuigongeluk in Tripoli. Uit het geloof put hij heel veel kracht om dit verlies te dragen. Enige tijd voor het noodlottige ongeluk had zijn dochter een fles in zee gegooid met een boodschap aan de mensheid. Het wonder waarop hij hoopt is, dat de fles met de boodschap bij Kaap Finisterre wordt gevonden.



Louis is volgens eigen zeggen een extreme gelovige. Hij heeft af en toe verlichtingservaringenook gelooft hij heilig in de reïncarnatie van de ziel. Een echte vrije wil bestaat niet volgens hem, want het is onoverkomelijk dat je tijdens een van je levens vermoord zult worden en tijdens een ander leven zelf de moordenaar zult zijn. Dit is noodzakelijk om voor God het plaatje compleet te maken.



Mieke en Peter komen met hun rugzakken uit een taxi en gaan meteen op het terras zitten. Zij zien er afgepeigerd uit. Gisteren zijn ze uit St. Jean vertrokken om na de eerste 8 km een slaapplaats te zoeken. Zij loopt met rugzak op wieltjes vanwege haar rug. Vandaag zijn ze dus via de verharde weg (deze kortere route met veel autoverkeer neem je alleen bij extreemslecht zicht) naar boven gelopen en verdwaald! Ten einde raad maar een taxi gebeld. Tegen de chauffeur zei hij toen deze in Roncevalles stopte: " Rij maar door naar het centrum, bleek dat dit het centrum was!" Of zij in de refugio gaan slapen of een hotel zullen boeken weten ze ook nog niet. Later zie ik ze toch naar de 'oude' slaapzaal gaan, de rest is vol.

vrijdag 16 mei 2014

Op weg

Om 7 uur ontbijt met Skip en Rayan, vader en zoon die samen de Camino lopen.
Na een hartelijk afscheid van Joxille en een 'bon camino' voor de medepelgrims, loop ik de straat uit naar de Porta d'Espagna. Al vrij snel stijgt de weg zodanig dat de fietspelgrims moeten gaan lopen.
Stijgingspercentages tussen de 10 en 20%. Het weer is een stuk beter dan gisteren. De pelgrims worden verzocht om achter elkaar te gaan lopen aan de linkerzijde van de smalle asfaltweg om het lokale autoverkeer niet te hinderen. Af en toe rijdt een busje bergop met pelgrims die dit steile gedeelte voor gezien houden.


Bij herberg 'Orisson' heb ik een espresso verdiend. Vanaf hier gaat het iets minder steil omhoog. 
Het uitzicht op St. Jean en de omliggende bergweiden is prachtig. Gieren met hun indrukwekkende spanwijdte zweven op de thermiek in spiralen omhoog. Soms komen ze laag over en zijn ze van dichtbij te zien. Het overgebleven karkas van een schaap in de berm.


Het wordt kaler, alleen nog maar grasland met grazende paarden of schaapskuddes met langharige gehoornde schapen. Geklingel van belletjes gedragen door zowel paarden als schapen. Ik voel dat er een blaar dreigt te ontstaan op mijn hak. Een stukje sporttape gaat dat verhinderen. De wind neemt toe en de temperatuur zakt. Toch maar weer een trui aan. Op het hoogste punt neem ik een 'selfie'. 


Dan begint de afdaling die wordt afgeraden, maar toch kiest iedereen dit pad. Op aanraden van Rindert is het nu tijd voor de stokken. Door de regen van gisteren is het pad modderig en soms glad. Boeren zijn bezig om een afrastering te herstellen. Hé hun four-wheel-drive heeft een Spaans nummerbord! Ongemerkt ben ik in Spanje beland. Regelmatig haal ik mensen in die een dag eerder zijn vertrokken en in 'Orisson' overnacht hebben. Hans en zijn vrouw Marlène van origine Française. Ook Daniela, de Braziliaans, zij heeft het erg moeilijk.


Het pad gaat omlaag door een beboste helling. De wind is weg.
Om 13.15 uur ben ik in Roncesvalles. Inschrijven in de refugio gaat hier professioneel. Formulier invullen € 10,-- betalen en je krijgt een stempel in je credencial (pelgrimspaspoort) en een bednummer. Nederlandse hospitaleros maken je wegwijs. Na een douche ga ik kleding wassen en een glas bier drinken. 
Het eenvoudige pelgrimsmaal wordt begeleid door een fles miswijn. Ik zit aan een grote ronde tafel met o.a. Hans en Marlène, twee west-Vlamingen, twee Fransen en een jongen vol tattoos en piercings uit Koblenz. Na de maaltijd direct door naar de kerk voor de pelgrimszegen.
Om 10 uur gaat het licht uit in de slaapzaal die verdeeld is in chambrettes met twee stapelbedden. Laurens heeft het bed boven mij. Ik val vrijwel onmiddellijk in slaap.

woensdag 14 mei 2014

L' Esprit de Chemin

Dat was de naam van de door Nederlanders beheerde refugio. Onlangs verkochten ze de herberg om in de buurt van Vézelay een nieuwe herberg te starten. De nieuwe Baskische eigenaren veranderden de naam in 'Beilari', maar de geest van de camino is gebleven. Voor het avondeten maken wij op speelse wijze kennis met elkaar en de reden die een ieder heeft bewogen om deze tocht te ondernemen. Leo uit Lisse is vanuit huis gaan lopen. Een Frans-Canadees echtpaar is dankbaar voor het herstel van ernstige ziektes en hoopt vrijdag hun 50 jarig huwelijk te vieren, maar het is zeer de vraag of ze verder kunnen gaan omdat ze erg veel last heeft van een knieblessure. Naast 60- plussers zijn er ook 30-ers/40-ers. Duitsers, Fransen, Nederlanders, Australiërs en een Braziliaanse zitten hier aan tafel met een verwachtingsvolle open geest. 




Gevraagd naar mijn diepere reden om de tocht te ondernemen, besluit ik na enige aarzeling toch mijn ziel bloot te leggen. Ik hoop dat het contact met mijn zoon, die ik al twintig jaar niet gezien heb, zal worden hersteld. Hoewel wij slechts 2 km bij elkaar vandaan wonen is de 'berg' tussen ons moeilijker te overwinnen dan de oversteek van de Pyreneeën, die ik morgenvroeg ga ondernemen. Vandaar het motto van deze blog; 'Ik loop van je weg om dichter bij je te komen' 

St. Jean Pied de Port

Van Gare du Nord in Parijs moet ik met de metro naar Gare Monparnasse-Bienvenue om de TGV naar Bayonne te nemen. Ik heb 53 minuten. Tot mijn schrik staat op de beschrijving van Hispeed dat dit 60 minuten vergt. Niet panikeren, maar snel uitstappen. De beschrijving zit in mijn hoofd. Ik duik het gangenstelsel van de metro in. Nu geen fouten maken. Lijn 4 paars zoeken, goede richting kiezen. Ik kan meteen instappen. Volgende station is het Gare de l'Est? Ja, nog 13 haltes. Monparnasse volg de borden Grandes Lignes door het labyrint van gangen, trappen en rolbanden. Het elektronische bord met de vertrektijden. Géén Bayonne. Wat is het eindpunt van de lijn? Géén idee! Het nummer van de trein moet ergens op het kaartje staan. Eindelijk gevonden de trein naar Irun staat op perron 1.
Ik zit naast een Duitse man met grijs haar die er uit ziet als een gepensioneerde dominee. Het komt niet tot een gesprek.
In Bayonne rijden er géén treinen naar St. Jean omdat de rails door een aardverschuiving zijn vernield. Er zijn bussen ingezet. Jan is een Vlaming uit Brugge (31jr) die naar Kaap Finisterre gaat lopen. Mijn vrees voor een late aankomst is ongegrond, wij komen een half uur eerder aan dan de 
oorspronkelijk geplande tijd.
De ontvangst in de pelgrimsherberg ' Beilari' (Baskisch voor pelgrim) is hartelijk en ruim op tijd voor het avondmaal. Even later komt de Duitse medepassagier binnen! Ditmaal hebben Ewald en ik een geanimeerd gesprek.  


woensdag 7 mei 2014

Christoffel

Ik ga op reis en neem mee… een piepklein medaillon met een afbeelding van de heilige Christoffel (Christusdrager). De vader van Anneke had deze medaille altijd bij zich in zijn portemonnee. Tien jaar geleden vertrok Anneke vanuit Rozendaal naar Santiago. Vlak voor haar vertrek kreeg ze het kleinood mee als bescherming tegen vele vormen van onheil die een pelgrim kunnen overkomen.

De naamdag van Sint-Christoffel valt op 24 juli (een dag later is de naamdag van de apostel Jacobus (San Tiago). Hij is de patroonheilige van de reizigers, alle verkeersdeelnemers, timmerlieden, schilders, pelgrims, fruithandelaren, boekbinders, schatgravers, hakebusschutters, hoedenmakers, tuinmannen, kinderen en patroon tegen besmettelijke ziekten, onverwachte dood, de pest, droogte, onweer, hagel, watersnood, vuurrampen, oogziekten en tandpijn. Die laatste serie competenties ben ik nog niet tegengekomen op LinkedIn, maar een kwetsbare te-voet-gaande pelgrim kan hier natuurlijk profijt van hebben. 

De medaille heeft ook een keerzijde daarop staat: Je suis catholique en cas d’accident veuillez appeler un prêtre. Ik hoop wel dat het een priester is met medische kwaliteiten.

Sinds deze krachtige amulet zijn kwaliteiten heeft bewezen (de voettocht van Anneke en mijn twee lange zeiltochten zijn zonder enig incident verlopen), is het traditie geworden dat Christoffel meegaat op onze reizen.



zondag 4 mei 2014

Neo Kretenzers

Wij gaan op bezoek bij Marijke en Willem die sinds kort op Kreta wonen. Marijke staat op het dakterras als wij voor het schuifhek staan. Ze huren een groot vrijstaand huis met rondom een tuin met olijfbomen. In december waren ze hier voor de definitieve afspraken. Meteen namen ze de gelegenheid te baat om een dag olijven uit eigen olijfgaard te oogsten. Deze 'eerste persing' leverde  10 liter extra vergine olie op!


Marijke heeft een mooie wandeling uitgezocht in de omgeving. De wandelingen komen uit een Engelstalige uitgave van een wandelboek dat geschreven is door Berend Wolffenbuttel en Twan van der Meijden. Zij maken in de routebeschrijving slim gebruik van de genummerde waterpompen die je hier overal aantreft. Steenslag weggetjes voeren ons langs olijfboomgaarden en fraaie villa's van overwegend Engelse eigenaren. De velden onder de bomen en de bermen zijn één groot veldboeket. Willem is zo enthousiast over de flora als een kind in de snoepwinkel. Hij kent alle planten bij naam, ook van de meest onooglijke plantjes die je absoluut nooit zou hebben opgemerkt. Als hij tussen al dit moois twee soorten orchideeën ontdekt, gaat hij 'plat' om close-ups te maken. Bitterling, wantsenorchis, Japanse boterbloem, warkruid en welriekende orchis zijn slechts enkele voorbeelden die Willem in berm en beemd ontwaart.  

Willem Hurkmans in actie om een orchidee vast te leggen

























Als wij afscheid nemen krijgen wij een plastic zak vol laurierbladen mee van eigen boom, voldoende om de komende 10 jaar driemaal per week draadjesvlees te bereiden.