Twee keer ben ik tot nu toe van de gebruikelijke weg afgeweken. De eerste keer was in de etappe naar Burgos. Zoals altijd zie ik pelgrims voor mij uitlopen. Kennelijk ben ik erg in gedachten geweest want als ik mij weer bewust word van de omgeving, is er niemand meer te zien. Alsof ze in het niets zijn opgelost. Teruggaan daar hou ik niet van, dus loop ik verder. Toch nog een gele pijl naar links. Een goed begaanbaar pad voor de landbouw. Het lijkt naar het volgende dorp te gaan. 50 Meter beneden mij zie ik pelgrims op de slingerende asfaltweg. Misschien ben ik er nog wel eerder dan zij? Nee hè! Het pad eindigt abrupt in een korenveld! Teruggaan is géén optie. Dan maar door het korenveld met excuses aan de boer. Het water van de natte stengels sijpelt mijn schoenen in. Met kletsnatte voeten bereik ik een klein weggetje dat naar beneden zigzagt. Even later ben ik weer op het rechte pad.
Gisteren was de tweede keer dat ik van de meest gebruikelijke route ben afgeweken. De dag daarvoor had ik 38 km gelopen en dat eiste zijn tol. Ik kwam maar moeizaam vooruit. Een uitgebreide eet- en rustpauze in Sahagún bracht nauwelijks verbetering. Ik sleepte mij voort naar het volgende stadje. Laat ik hier maar stoppen was het idee. Bij de herberg zitten al wat mensen te wachten om naar binnen te kunnen, maar ze moeten nog een uur wachten. Ik besluit toch maar door te lopen naar het volgende dorp 8 km verder. Het is zeer de vraag of daar een slaapplaats is, de gids is daar erg onduidelijk over. Ik heb al fantasieën over slapen onder de blote hemel.
Een stenige landweg voert mij door een landschap met arme velden en struikgewas. Als het landschap weer open wordt, meen ik in de verte een toren te zien. Maar zodra de weg naar beneden gaat, zijn er alleen nog maar golvende graanvelden. Uiteindelijk loop ik Calzadilla de los Hermanillos binnen. En .... er is een pelgrimsherberg. Er zijn nog maar drie andere gasten. De hospitalero, een vrijwilliger die gedurende een afgesproken tijd de herberg beheert, nodigt mij uit om mee te eten, hij maakt macaroni en salade.
Als het eten wordt opgediend is het aantal pelgrims tot 8 gegroeid. Eén vrouw uit Zuid-Afrika, drie uit Australië, één uit Amerika, twee uit Zuid-Korea en ik. Om 21.00 uur ligt iedereen al in bed. Morgen wacht een etappe van 18 km waarbij je niets tegenkomt. Géén mensen, géén dorpje, géén koffie, alleen een landweg met aan beide zijden omgeploegde bruine aarde, graanvelden en braakliggende gronden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten